Het pleidooi van Statenlid Joost van den Akker, ondersteund door Onno Hoes en Mark Verheijen, op de VVD-Partijraad over Europa in het gouvernement: “Nieuw Verdrag in Maastricht” is aangeboden aan Mark Rutte: In 2006 mocht ik de totstandkoming en betekenis van het Verdrag van Maastricht beschrijven, in opdracht van de Gemeente Maastricht in het kader van het programma ‘Maastricht celebrates Europe’ . Op 7 februari 2007, exact 15 jaar na de ondertekening van het verdrag, werd het eerste exemplaar van het jubileumboek aangeboden aan een aantal oud-ministers in het Maastrichtste stadhuis. Ook kregen alle 15-jarige Maastrichtenaren van de gemeente het boek thuisgestuurd. Hier kun je mijn boek ‘Maastricht het Verdrag’ downloaden en lezen.
Recensie: Observant, 15 februari 2007.
Vandaag vindt, exact 20 jaar na de Europese Raad in Maastricht, dé top der eurotoppen plaats waar Europese leiders de toekomst van de Euro (alweer) willen veiligstellen. De EU gaat een nieuwe periode in met de grootste hervormingen en uitdagingen sinds het Verdrag van Maastricht uit 1992. De afgelopen maanden bevestigen dat financieel degelijk beleid loont en dat in Nederland niemand meer de noodzaak van 18 miljard euro bezuinigen betwist. In Maastricht toonden Lubbers en Kok destijds moed door de baanbrekende beslissing te forceren nog voor 2000 één Europese munt in te voeren. Daarmee wonnen de politici het van de financiële haviken die vonden dat je eerst de toetredingscriteria moest halen, alvorens en masse een invoeringsdatum te prikken.
Twintig jaar na dato kunnen we stellen dat de ‘Maastricht-criteria’ amper hebben gefunctioneerd: zo goed als geen enkel euroland leeft ze na. Economische structuurhervormingen leken niet overal in Europa nodig dankzij de groei die mogelijk was door te goedkoop stabiele euro’s te lenen op de obligatiemarkt. Nu die groei is uitgewerkt, blijkt dat marktkrachten pijnlijke hervormingen afdwingen. Europese politici proberen uit alle macht de weeffouten van Maastricht te herstellen. Geld uitgeven dat er eigenlijk niet is, helpt dan niet. Het muntrecht is er immers niet om eerst overgedragen en vervolgens verkwanseld te worden. De EU heeft daarom een nieuwe bezielende financiële strategie nodig: Maastricht 2.0. De Economische en Monetaire Unie moet niet alleen bestaan uit een eenheidsmunt, maar ook een economische eenheid zijn met een goed functionerende groeimotor, juist voor de grensregio Limburg. Het is tijd voor bindende afspraken over versterkte coördinatie van het economisch beleid. Dit betekent dat alle lidstaten zich vastleggen met duidelijke doelstellingen om hun arbeidsmarkt te hervormen en pensioenstelsels toekomstbestendig te maken. Een supersterke eurocommissaris moet, gelegitimeerd door het Europees Parlement, slecht presterende landen een soort ‘artikel 12-status’ kunnen opleggen. Het is goed dat Nederland voor dit pleidooi de leiding neemt.
Maar belangrijker dan strategie is om draagvlak onder Europa te versterken. Als ‘Merkozy’ dan toch aansturen op een verdragswijziging, kan premier Rutte zich bovendien onsterfelijk maken door in ruil te eisen dat die andere weeffout wordt hersteld: haal het Europees Parlement weg uit Straatsburg. Dat scheelt jaarlijks 200 miljoen euro. Nu lidstaten fors bezuinigen, is het ondenkbaar dat EU-uitgaven blijven stijgen. Toch moet saneren samengaan met het stimuleren van groei vanuit de vrije markt. Ook voor de toekomst van Limburg moeten Europese structuurfondsen zich richten op verduurzaming, innovatie en benutting van grensoverschrijdende economische kansen. Samenwerking met Noordwest-Europese regio’s is cruciaal voor betere industriële en logistieke verbindingen. Bottlenecks in spoor- en binnenvaartverbindingen met Duitsland en België moeten worden ontmanteld en systemen geharmoniseerd om een gelijk speelveld te creëren voor burgers, ondernemingen en kennisinstellingen. Het zijn immers de mensen zélf die samenwerken en aan Europa bouwen. Dat is de strategie vóór Europa in ons aller belang. Om dat te uit te dragen is eenzelfde moedig akkoord nodig dat Nederland 20 jaar geleden tot stand bracht. Waar beter dan in het gouvernement kan dat ondertekend worden?