Het Limburgs als streektaal staat weer eens in de belangstelling. Deze keer aan de hand van het uitvoeringsprogramma “immaterieel erfgoed” van de provincie Limburg. Provinciale Staten van Limburg bespraken het deze maand. Voor de VVD fractie aanleiding eens te kijken naar het gebruik van het Limburgs in onze samenleving, en daarmee ook naar de vitaliteit én de toekomst van onze streektaal. De sleutel ligt bij het geschreven woord, zo blijkt. Dat was nog niet in beeld. De VVD Limburg komt met een voorstel.
Dat het gebruik van het Limburgs onder de loep genomen wordt komt geregeld voor. Maar nu gaat het eens niet over het sociaal gebruik, de maatschappelijke waarde of het voor of nadeel van het spreken van Limburgs voor je taalontwikkeling; al zijn er nog altijd enkele onwetenden die vervallen in oude vooroordelen dat het een goede ontwikkeling van de kennis van het Nederlands in de weg staat. Nee, er zijn zorgen over de ontwikkeling, het gebruik en de participatie door middel van het Limburgs op langere termijn. Dat is althans op te maken uit het onderdeel “streektaal, taal als erfgoed” van het uitvoeringsprogramma.
Het provinciaal bestuur voert sinds tijden beleid via de inzet van een streektaalfunctionaris, ondergebracht bij het Huis van de Kunsten en als ondersteuning van de organisaties die zich met het Limburgs bezig houden. Daaruit komen tal van activiteiten voort die aandacht vragen voor het Limburgs. Prima. Redelijk wat Limburgers doen daar aan mee; echter nog niet het brede publiek. Nu formuleert men in het uitvoeringsprogramma het doel voor de raod veur ut Limburgs tot het “sensibiliseren van het grote publiek ten aanzien van het in levend gebruik houden van de Limburgse streektaal”.
Volgens de VVD fractie ontbreekt hier iets aan: de participatie via het geschreven woord. Gebruiken veel Limburgers hun taal, dagelijks én op bijzondere momenten als gesproken woord; voor het dagelijks gebruik van het Limburgs als geschreven woord bestaan meteen enorme barrières. De verklaring is eenvoudig: de huidige spellingsmethode. Buiten een aantal liefhebbers en taalkundigen waagt er zich bijna niemand aan om met die methode in het Limburgs te gaan schrijven. Desgevraagd hoor je dat ook van de Limburger: “veel te moeilijk…die wir-war van accenten en leestekens…dan laat je het wel.” Hoe komt dit toch? Eigenlijk is dat eenvoudig. De Limburgse taal wordt geschreven volgens de spellingsregels van een andere taal, het standaard Nederlands. Dit moet dus anders.
De VVD Limburg vindt het tijd voor een spellingshervorming. Het Limburgs én de Limburger verdienen het om laagdrempelig hun taal te kunnen gebruiken, ook in geschrift. Het provinciaal streektaalbeleid dient het aanvullende doel: het eenvoudig hanteerbaar maken van het Limburgs in geschreven vorm en het zó te bevorderen dat het Limburgs vitaal en volop in gebruik blijft. Daartoe zal op 8 juli de VVD fractie een voorstel indienen.
Anton Kirkels
Woordvoerder cultuur, VVD fractie
Provinciale Staten van Limburg.