De VVD in het Limburgs Parlement vindt het geen vanzelfsprekendheid dat herindeling de uitkomst is van de actieve bemoeienis van het provinciebestuur met de bestuurlijke toekomst van Parkstad. Fractievoorzitter Joost van den Akker vindt herindeling geen doel op zich. “Vanuit het provinciehuis moet dan ook niet de indruk worden gewekt dat er een dictaat wordt opgelegd over hoe een nieuwe gemeente in Parkstad eruit moet zien. Het proces en de gesprekken met de betrokken gemeenten moeten open worden ingegaan, vanuit een dienstbare opstelling”, zo zei hij vrijdagmiddag 20 januari in het gouvernement.
Update: Op 9 juni 2017 is tijdens de presidium vergadering van de Provinciale Staten Limburg het referendum aan bod gekomen. Luister hieronder wat Fractievoorzitter Joost van den Akker hierover te zeggen heeft.
Update:tijdens de Statenvergadering op 10 februari hebben Gedeputeerde Staten kenbaar gemaakt dat zij voornemens zijn de arhi-procedure met Voerendaal, Simpelveld en Kerkrade niet voort te zetten na een eerste ronde van open overleg. Heerlen, Landgraaf en Brunssum blijven wel onderdeel van de procedure, zij het dat Brunssum daarin een vrijblijvender positie heeft. Zie een vooruitblik en impressie van de Statenvergadering in Dagblad de Limburger van 4 resp. 13 februari.
Spaghetti
De provinciale VVD-voorman heeft er geen probleem mee dat het provinciebestuur de regie naar zich toe heeft getrokken na het afketsen van de fusie tussen Heerlen en Landgraaf. Parkstad is niet alleen wat betreft wegen maar ook wat betreft bestuur een ‘drukke spaghetti’ met verschillende lagen die over elkaar heen lopen. “En gemeenteraden die niet altijd meer kunnen controleren wat bovenlokaal wordt geregeld”, stelt Van den Akker. Maar ambtelijke samenwerking kan ook een oplossing zijn, het hoeft niet per sé uit te draaien op een herindeling, aldus de VVD-fractievoorzitter. Daarom zal de VVD een uiteindelijk voorstel pas dan beoordelen.
Het coalitieakkoord ‘In Limburg bereiken we meer’ stelt dat de provincie bij maatschappelijke opgaven de samenwerking zoekt met (bestuurskrachtige) gemeenten. ‘Vanuit een dienstbare opstelling’, niet vanuit een dicterende opstelling. En voorts: ‘Voor de bestuurlijke organisatie zijn dan ook de opgaven en de slagkracht van partners leidend en niet de structuren of administratieve gemeentelijke of regionale indelingen’. Herindeling is daarmee geen doel op zich. De vraag is: wat levert het op?