De VVD wil graag naar een andere meer effectieve manier van aanpak van de energietransitie dan nu in voorstellen in Limburg op tafel ligt. Teveel ‘energie’ voor de transitie gaat verloren aan het NIMBY-effect en de pijn van de (on)eerlijke verdeling. Waar je woont lijkt belangrijker te zijn dan wat er verantwoord mogelijk is in je eigen omgeving en de kansen die daar geboden worden. In dat laatste feit zit ook de winst van een slimmere aanpak. De provincie dus niet als allesbepalende speler mét een belang in een eigen energiebedrijf maar als regisseur en zo nodig als aanjager. Dat geeft niet alleen een eerlijke verdeling maar ook een slimmere verdeling.
In een Limburgs dagblad lanceert gedeputeerde Geurts dat de provincie Limburg niet alleen wil gaan bepalen waar nieuwe windmolens, zonneparken, etc. worden aangelegd. Geurts wilt ook dat de provincie ze gaat bekostigen en exploiteren. Dat betekent opnieuw terug naar een provinciaal Limburgs energiebedrijf. En dat terwijl de provincie haar belang nog geen tien jaar geleden voor een fors bedrag heeft verkocht.
Je kunt je afvragen welk doel dit voornemen moet dienen? Wellicht het versnellen van de energietransitie naar de opwekking van meer duurzame energie. De VVD Limburg denkt dat dit hét recept is voor vertraging. We hebben veel kennis en ervaring in professionele energiebedrijven zitten of ze nu coöperatief, commercieel of in overheidshand zitten.
Dáár zitten de partners voor de transitie. Partners die al volop de draai maken en zich ten doel stellen binnen één generatie vrij van fossiele brandstoffen te zijn en daarop de samenwerking ook met provincies aangaan. Dus moeten we niet als provincie zelf het wiel uit gaan vinden en in een achterhaalde rol gaan zitten. Het aangehaalde krantenartikel straalt dat verderop ook uit: het is géén taak van de provincie! Hoe dubbel kan het zijn.
Gedeputeerde Geurts benadrukt dat dit zijn persoonlijke opvatting is en dat het college van Gedeputeerde Staten nog een standpunt moet innemen. De VVD Limburg wijst zijn voorzet niet alleen af maar stelt daar een constructieve en effectieve aanpak tegenover.
We gaan uit van de mogelijkheden voor duurzame energieopwekking die iedere stad of regio heeft; specifieke kenmerken door ligging, bodemgesteldheid, kansen die industrie of andere bedrijvigheid bieden door hun productie of juist hun behoefte. Verder willen we uitgaan van een energiemix van vormen voor duurzame energieopwekking. In de combinatie ligt de kracht. Werk binnen de gebieden met een logische samenhang een regionaal energieconvenant uit met alle maatschappelijke, private – en overheidspartners. Dus ook de burger in georganiseerd of niet georganiseerd verband. Dat is waar de VVD Limburg in de Statencommissie Ruimte van 18 mei al voor pleitte. De VVD fractie zal in die lijn ook een motie indienen bij de behandeling van het statenstuk ‘PIP windmolens’ voorzien voor 15 juni a.s.
Maatwerk per regio geeft de mogelijkheid de beste combinatie van zon, wind, geothermie, warmtenetwerken, etc. te kiezen. De slimste combinaties geven ook kostenvoordelen in het delen van dure aansluiting op het netwerk. Bovenal een rendementssynergie met het oog op de leveringszekerheid. Immers de zon schijnt niet altijd, het waait niet altijd en we willen uiteindelijk toch ook van de fossiele backup af. De nieuwe Omgevingswet geeft ons meer mogelijkheden voor inbreng en betrokkenheid vanuit die stad of de regio.
Gedreven door de technologische ontwikkeling zullen nieuwe vormen van duurzame energie met elkaar gaan concurreren, bijvoorbeeld op rendement, kosten en leveringszekerheid én acceptatie door de betrokken burger. Sommige vormen zullen in bepaalde gebieden minder tot hun recht komen. Door overal heel sterk te gaan inzetten op windmolens van meer dan 200 meter hoogte bouwen we misschien wel de dinosaurussen van de 21e eeuw die op het land in een aantal gebieden geen lang leven beschoren zijn.