Het lijkt er op dat deze verkiezingen voor het Europees Parlement meer aandacht krijgen van de media dan alle eerdere edities. Je ziet nu meer dan ooit Nederlandse politici optreden in Europese campagnes.
Lieten zij dit nederige, weinig populaire handwerk over aan collega’s die Europese kieslijsten bevolken, nu zien ze er zelf brood in. D66 en PVV profileren zich als uitgesproken pro of contra Europa. Versterkt door veel media-aandacht lijkt er dus maar één keuze: je bent voor of je bent tegen Europa. Andere opvattingen doen er blijkbaar niet toe.
Van veel burgers hoor je dat het wel erg snel gaat met Europa. ‘Het moet allemaal maar doorgedreven worden, alsof het niet anders kan’, zo is de beleving. Dat levert nog niet veel vertrouwen op in de Europese politiek.We kunnen het straks op 22 mei afmeten aan de opkomst.
Voor mensen die Europa niet willen afwijzen, maar ook niet naar een Verenigde Staten van Europa willen, is er een derde weg: het Europa van de regio’s. Laat de nationale lidstaten samenwerken waar dat echt nodig is en geef volop ruimte aan de Europese regio’s om samen te werken. Dat is nodig. Kijk alleen maar hoe er vanuit Limburg wordt geworsteld met grensoverschrijdend openbaar vervoer.Wat dacht u van de problemen die mensen ondervinden als ze aan de ene kant van de grens wonen en aan de andere kant van de grens werken? Je wordt door verschillen in de regels zwaar benadeeld. Dan is Europa gevraagd. Niet met meer Europese regels, maar met minder belemmerende nationale regels. Dat vraagt samenwerking in een Europa van de regio’s. Europa, daar waar het echt nodig is!
Dit opiniestuk is verschenen in Dagblad de Limburger/Limburgs Dagblad op 16 mei 2014.