Opinie door VVD-fractievoorzitter Joost van den Akker over de discriminerende koehandel rond het Duitse tolplan. Dagblad De Limburger, 14 december 2016:
Op 9 december vierde Limburg de totstandkoming van het Verdrag van Maastricht in 1991. Eén hoeksteen van dat verdrag is het verbod op discriminatie van nationaliteit. Bij het vrij verkeer mogen landen geen barrières opwerpen voor andere EU-burgers ten gunste van hun eigen ingezetenen. Als dat toch gebeurt, is de Europese Commissie verplicht om als hoeder van de EU-verdragen in te grijpen. Die hoeder begeeft zich op een hellend vlak, nu Commissievoorzitter Juncker het op een akkoordje heeft gegooid met bondskanselier Merkel over de Duitse tol. Ideeën voor een Europees tolsysteem zijn al helemaal absurd.
De drie bezwaren die de VVD de afgelopen jaren tegen de tol heeft geuit, staan nog altijd overeind. Ten eerste worden nieuwe grenzen opgeworpen om in Duitsland te werken of te recreëren. Jaarlijks gaan ruim twee miljoen Nederlandse toeristen naar Duitsland. Ons handelsvolume met Duitsland bedraagt niet minder dan 160 miljard euro. De duizenden grenswerkers en bestelbussen die dagelijks de grens over gaan, moeten straks óf jaarlijks tientallen tot honderden euro’s neertellen om hun zaken te doen, óf alternatieve routes zoeken waardoor provinciale wegen in de grensstreek dichtslibben. Nieuwe belemmeringen op vrije doorgang kosten beide landen omzet en dus banen.
Ten tweede betaalt de Duitser straks minder tol dan de Nederlander. In principe geldt weliswaar: hoe schoner je auto, hoe minder tol je betaalt. Maar Duitse auto’s krijgen daarbovenop een éxtra milieukorting via de wegenbelasting. Met een elektrische auto ga je er per saldo zelfs op vooruit. Buitenlandse auto’s krijgen deze korting niet. Dat is niet eerlijk en discriminerend. Zo wordt de buitenlandse automobilist een melkkoe om de gaten in de Duitse wegen te dichten. Volkomen terecht dus dat Nederland, Oostenrijk, België en Denemarken alsnog naar het Europese Hof stappen om deze tol te verhinderen. Dat de Duitse verkeersminister Dobrindt dit afdoet als gezeur, geeft aan hoezeer hij wil doordrammen. Eurocommissaris Timmermans zei in mei 2015 nog dat „Duitsland geen onderscheid mag maken in het belasten tussen Duitsers en andere Europeanen. De Europese Commissie zal erop toezien dat dit zo niet gebeurt.” Waarom verzet hij zich nu niet?
Rompslomp
Ten derde maken de administratieve rompslomp bij tolpoortjes, kortingen en boetes deze tol hyperbureaucratisch. De jaarlijks geraamde opbrengst van 500 miljoen euro is bij lange na niet voldoende om de jaarlijkse benodigde 4,5 miljard euro voor urgent onderhoud aan het Duitse wegennet op te hoesten. Zorgwekkender is dat Eurocommissaris Bulc van Verkeer juichend aankondigde dat Duitsland nu achter haar doelstelling staat om ‘één Europees rechtskader te creëren voor een gemeenschappelijk Europees tolsysteem.’ Eén Europees tolsysteem? Is dat nu betere regelgeving waar Timmermans zich voor zegt in te zetten? Laat dat toch aan de lidstaten over. Dat heet subsidiariteit, nog zo’n hoeksteen uit het verdrag. Juncker & co drijven koehandel met Berlijn, laten Italië, Spanje en Portugal onder de Europese begrotingsafspraken uitkomen, maar tikken wel – terecht – Polen en Hongarije op de vingers over hun rechtsstaat.
Slechte hoeder
Het tekent Brussel dat niet alleen met twee maten meet, maar zich ook een slechte hoeder van de EU-verdragen toont. Dat zet de geloofwaardigheid van de fragiele Europese Unie verder op het spel. Niet alleen andere lidstaten, maar ook het Europees Parlement zou dit niet moeten pikken. Nu parlementsvoorzitter Schulz bij de Bondsdagverkiezingen in 2017 naar Berlijn vertrekt, valt te hopen dat zijn
SPD samen met de Duitse oppositie de tol alsnog om zeep helpt voordat deze wordt ingevoerd. Laten Juncker, Schulz en Eurogroepvoorzitter Dijsselbloem elkaar daarom op 9 december in Maastricht de waarheid zeggen. Daar is Europa meer bij gebaat dan een plechtstatig terugblikkend onderonsje in het MECC.
Joost van den Akker is fractievoorzitter van de VVD in Provinciale Staten