Op 26 oktober heeft statenlid Herman Nijskens vragen gesteld aan het college van Gedeputeerde staten van Limburg omtrent het actieplan Bos en Hout.
Op woensdag 23 november hebben wij hier antwoord op ontvangen. Hieronder de vragen met antwoorden.
Vraag 1. Bent u op de hoogte van het actieplan Bos en Hout dat woensdag 26 oktober gepresenteerd is aan staatsecretaris Dijksma?
Antwoord. Ja. Het Actieplan1 is een initiatief van 18 organisaties uit de bos- en houtsector om een bijdrage te leveren aan de klimaatdoelstellingen in 2050. Het bevat naast de genoemde bosuitbreiding nog een elftal andere acties. Die zien toe op zaken als het vergroten van de oogst uit bestaande bossen, het stimuleren van verschillende vormen van houtgebruik, de verbetering van de samenwerking in de houtketen en de acties op het gebied van financiering.
Vraag 2. Hoe realistisch acht u dit plan?
Antwoord. Het Actieplan kan deel gaan uitmaken van een breed spectrum aan plannen die Nederland meer biobased en klimaatbestendiger kunnen maken. De meeste maatregelen in dit plan achten we, zeker gezien de lange looptijd van dit Actieplan, realistisch en uitvoerbaar. Specifiek kijkende naar de bosuitbreidingsdoelen het volgende. Het Actieplan verdeelt de uitbreidingsopgave in een aantal deelcategorieën; 1. Nieuw bos in bestaande natuur- en recreatieterreinen (bv op minder waardevolle graslanden), 2. Energiebossen, 3. Agroforestry, 4. Tijdelijke bossen op landbouwgronden, industrieterreinen en bouwgrond en tenslotte 5. Nieuwe natuur- en recreatieterreinen. Dit zijn zeker categorieën waar ook in Limburg op kleinere of grotere schaal bossen gerealiseerd zouden kunnen worden. Er zijn ook realisatiekansen om de aanpak te integreren met het Deltaplan Hoge Zandgronden, door bijvoorbeeld bosontwikkeling te combineren met het bufferen van water in beekdalen om overlast tegen te gaan maar ook om de waterbeschikbaarheid bij droogte te verbeteren. Tenslotte zijn er in het kader van Platteland in Ontwikkeling mogelijkheden, bij integrale gebiedsontwikkeling, het actieplan bos en hout als input te benutten en zo met maatwerk tot bosontwikkeling te komen.
Het Actieplan geeft overigens aan dat er nog nadere onderzoeken lopen, zoals een impactstudie in opdracht van het ministerie van EZ en Natuur & Milieu. Daaruit zal de realiteit en het mee koppelen met andere doelen in het landelijk gebied en de stedelijke omgeving van dit plan mede blijken.
Vraag 3. Hoeveel hectares nieuw bos denkt u dat in Limburg zou moeten worden aangelegd?
Antwoord. Hoeveel hectares bos er in Limburg te realiseren zijn tot 2050 is vooralsnog alleen globaal te voorspellen. Dat hangt mede af van ontwikkelingen in andere grondgebruikende sectoren, de vraag naar en de prijsontwikkeling van hout en biomassa. Het Actieplan Bos en Hout biedt kansen voor stakeholders in het landelijk gebied, maar ook in de stedelijke zones. Stakeholders die hier op inspelen beïnvloeden uiteindelijk het aantal te realiseren hectares bos. Als indicatie van de omvang van de bosrealisatie zou gekeken kunnen worden naar de Bosnota Limburg (1997 – 2007) waarin 4.000 ha als haalbaar doel werd gesteld voor een periode van 25 jaar (in geval van de Bosnota Limburg was dat dus tot ca. 2022).
Vraag 4. Hoe vertaalt zich dat naar de binnenkort vast te stellen natuurvisie?
Antwoord. Bij het opstellen van de Natuurvisie Limburg 2016 was dit actieplan nog niet beschikbaar. De functie van bossen in het klimaatdossier is wel aangestipt in paragraaf 6.5, evenals de productiefunctie van bossen. Er is echter geen programmalijn opgenomen in hoofdstuk 9 van de Ontwerp-Natuurvisie, waarin de uitvoeringsacties met betrekking tot bossen expliciet aan de orde komen. De aanleg van de verschillende categorieën nieuwe bossen kan overigens wel ingepast worden in de Uitvoeringstrategieën die in hoofdstuk 5 van de Ontwerp-visie worden genoemd: Onder “Natuurinclusieve Landbouw, kan “agroforestry” en “energiebos” vallen. Onder “Natuur en economie” past het thema rond het vergroten van de oogst uit bestaande bossen. “Groen in en om de Stad” en “Natuur op uitnodiging” kan de aanleg van nieuwe bossen behelzen, bijvoorbeeld in Zilvergroen of als onderdelen van bijvoorbeeld nieuwe landgoederen in combinatie met de fiscale faciliteiten van de Natuurschoonwet (zie hoofdstuk 6 van de Natuurvisie). De categorie “Tijdelijke Natuur” valt samen met tijdelijke bossen uit het Actieplan. Daarnaast is er een koppeling met het Provinciaal Waterplan Limburg 2016 – 2021 en het Deltaplan Hoge Zandgronden, die tot doel hebben het bereiken van een klimaatbestendig regionaal watersysteem, door onder meer water vast te houden in natuur- en bosgebieden.
Vraag 5. Is het denkbaar om met name natuurlijk grasland in te zetten waardoor de druk op landbouwgrond minimaal is?
Antwoord. Ja, het omzetten in bos van natuurterreinen met korte vegetaties met beperkte natuurwaarden is een mogelijkheid. Daarnaast zijn er kansen om in beekdalen combinaties te maken met het bufferen van water, bosontwikkeling op gronden die minder geschikt zijn voor landbouw en het verbeteren van de landbouwstructuur met een gestuurd peilbeheer.
Klik hier voor de pdf versie