De NS moet geen frietkraam runnen of hamburgers bakken, zo betoogt VVD-fractievoorzitter Joost van den Akker vandaag in Dagblad De Limburger (pdf). Het is de hoogste tijd dat winkels in de stations en stationsgebouwen geprivatiseerd worden.
Vorige week sprak de Tweede Kamer weer over het spoor. Tal van onderwerpen passeerden de revue: blaadjes op de rails, nieuwe intercity’s, betonkwaliteit van de hogesnelheidslijn, hogere boetes voor zwartrijders en fietsen in de trein. Eén zaak kwam echter niet aan de orde: waarom bakt de NS eigenlijk hamburgers op onze treinstations? Dat is de hamvraag over de rolverdeling tussen NS, de overheid en marktwerking op het spoor, zoals opgetekend in het onlangs verschenen Fyra-rapport. Het wordt tijd de NS te ontdoen van franje die niet tot de hoofdtaak behoort. Bovendien verstoort die franje het gelijkespeelveld tussen vervoerders, zoals bleek bij de aanbesteding van het regionale openbaar vervoer in Limburg.
Via een schimmig handjeklap tussen moeder NS en haar dochters Abellio en Qbuzz werd de Limburgse OV-concessie bijna gekaapt door een stelletje piraten die nog nooit van eerlijke concurrentie hadden gehoord. Nu de concessie in tweede instantie aan Arriva gegund wordt, is de Autoriteit Consument en Markt nog bezig met een vervolgonderzoek naar machtsmisbruik door de NS bij deze aanbesteding. NS bespioneerde immers niet alleen andere vervoerders, maar treuzelde ook opzettelijk om hun verplichte informatie te verstrekken.
Daar komt bij dat de NS eigenaar en exploitant is van zowat alle stationsgebouwen en -winkels in Nederland. Behalve machinist en conducteur is de NS dus ook vastgoedontwikkelaar, winkelier, parkeerwachter, fietsverhuurder en taxichauffeur. Met de winst op uw kopje koffie van de Kiosk, uw kroket van de Smullers en uw rookworst van de HEMA subsidieert NS Retail onze treinkaartjes. En dat allemaal met een dikke vette bonus van de staat die als enig aandeelhouder toch wel betaalt, zeker wanneer er problemen opduiken. De andere vervoerders moeten het zonder die bonus en lekkernijen zien te rooien. De eerlijke concurrentie is verstoord en zowel de treinreiziger als belastingbetaler betaalt daarvoor een te hoge prijs.
De VVD wil dit speelveld gelijktrekken. Om aanbestedingen eerlijk te laten verlopen, is het essentieel dat alle inschrijvende vervoerders dezelfde uitgangspositie hebben. Ook in Limburg is dit niet het geval. Als semi-dominante marktpartijen zijn NS, Deutsche Bahn en hun dochters immuun voor de tucht van de markt. Volledige privatisering van de NS in een Europa waarin de staatsbedrijven en hun dochterondernemingen nog de spoormarkt domineren, is daarom nu geen optie. Dat levert nog geen gelijk speelveld op.
Wel kan de overheid de ongelijke verhouding tussen NS en haar concurrenten ongedaan maken door delen van NS af te stoten die zij bij andere vervoerders ook niet steunt. De NS moet geen frietkraam runnen, dat kunnen
ondernemers veel beter. Het is daarom de hoogste tijd dat de stations in andermans handen komen door de gebouwen en winkels van stations te privatiseren. Zo worden bij NS de lijnen tussen de exploitatie van het hoofdspoor en het eigendom van de stations doorgeknipt. ProRail en bijvoorbeeld een provinciale equivalent daarvan kunnen tegelijkertijd het spoor en de perrons blijven beheren. Dat is immers de vitale infrastructuur voor rekening en risico van de overheid. Door NS financieel meer op eigen benen te laten lopen, zal ze zich ook minder snel vergalopperen bij aanbestedingen zoals in Limburg. Zo doet de NS weer waar ze voor is: treinen laten rijden op het hoofdspoor en graag tot over de grens.